Het geheim van het goudleder

In 2016 namen de stadsdiensten van Ieper hun intrek in het nieuwe administratief centrum Auris. Burgemeester, schepenen en stadsdiensten verlieten het Nieuwerck waar ze sinds de wederopbouw hun kantoor hadden. Maar weinigen weten dat de burgemeester zijn/haar kantoor in het Nieuwerck heeft behouden. Het kabinet van de burgemeester bevindt zich in de oost-zuidelijke hoek van het Nieuwerck op de 1ste verdieping. Het is een van de mooiste ruimtes in het Nieuwerck en bij uitbreiding de Lakenhallen. Niet te verwonderen dus dat het nog steeds dienst doet als ontvangstruimte van belangrijke gasten, zoals diplomaten en ambassadeurs of jubilarissen.

Het goudleder

De muren van het kabinet zijn bekleed met origineel goudleder uit de 18de eeuw. De kamerhoge panelen zijn geschilderd in een grijsblauwe kleur en gedecoreerd met allerlei prachtige bloemen in rode, blauwe en gele tinten. Tussen de bloemen kan je verschillende vogels ontdekken. Onderaan tussen de bladeren liggen appelen, peren en druiven.

Goudleder was een populaire techniek om muren te bekleden in de Zuidelijke Nederlanden tussen de 16de en de 18de eeuw. In tegenstelling tot de naam doet vermoeden, komt  er geen goud aan te pas maar wordt zilver gebruikt bij de productie. Op de gelooide huiden, doorgaans kalfshuiden, lijmt men vellen bladzilver met eiwit of vislijm. Na het polijsten volgt een nieuwe laag eiwit of vislijm, gevolgd door twee lagen vernis. De samenstelling hiervan behoort tot de bedrijfsgeheimen van de werkplaats. Het is de combinatie van het bladzilver en de gele vernis die ervoor zorgt dat het leder een gouden toets krijgt.

Aanvankelijk is het goudleder heel donker en wordt er veel gewerkt met reliëf door het persen van het leder. In de 18de eeuw verandert dit drastisch. Symmetrische, luchtige en kleurrijke patronen zijn de nieuwe rage, in navolging van de Franse mode. Bovendien zijn de panelen veel minder rechthoekig, maar komen lange, verticale banen in trek. Ook het aanbrengen van reliëf raakt wat uit de mode. Het goudleder is op de meeste plaatsen overschilderd, waardoor slechts hier en daar het ‘goud’ nog zichtbaar blijft. Hierdoor heeft het lederbehang veel meer de ‘look and feel’ van een stoffen bekleding. Het goudleder aangebracht in het kabinet van de burgemeester is een prachtig voorbeeld uit circa 1750.

Maar hoe belandde dit kostbare behang in het Nieuwerck? Het gebouw was immers maar klaar in de jaren 1960. Oorspronkelijk hing het goudleder in de pastorie van Neerijse, een klein dorpje in Vlaams Brabant, waar het de salon van meneer pastoor decoreerde. Het is pastoor Henricus De Pauw die in 1750 beslist een nieuwe pastorie te bouwen nadat de bestaande vernield was door Franse troepen. Zijn vader is leerlooier, wat misschien de keuze voor goudleder heeft beïnvloed. In de jaren 1960 beslist de gemeente om de oude pastorie te verkopen. Het goudleder moet weg. Net op dat moment is in Ieper de herinrichting van het Nieuwerck aan de gang. En dus komt het goudleder naar Ieper. Dat goudleder van locatie verandert, gebeurt wel vaker. In tegenstelling tot een papieren behang is het namelijk vrij makkelijk afneembaar en verplaatsbaar.

 
Een moeilijke bewaring

Omdat het om 18de-eeuwse muurbekleding gaat, is het natuurlijk belangrijk om dit in de beste omstandigheden te bewaren. Dat is in een gebouw als het Nieuwerck niet vanzelfsprekend. We kunnen de muurbekleding niet zomaar in een vitrine leggen of naar het depot brengen! Het team van het Yper Museum waakt er daarom over dat het binnenklimaat in het kabinet van de burgemeester zo ideaal mogelijk is. Dit doen we op twee manieren.

Allereerst is het belangrijk om de hoeveelheid (zon)licht te beperken. Licht is namelijk enorm schadelijk, vooral voor de kleuren. Wie van op de Grote Markt naar boven kijkt, zal dan ook zien dat de luiken in het kabinet gesloten zijn. Zo beperken we het rechtstreekse zonlicht dat op het lederbehang valt. Bij de bovenste ramen waar er geen luikjes zijn, zorgen gordijnen voor lichtafscherming.

Daarnaast is de relatieve luchtvochtigheid essentieel. De relatieve vochtigheid geeft aan hoeveel waterdamp de lucht bij een bepaalde temperatuur bevat. Het gaat dus over de vochtigheid van de ruimte. Elk materiaal heeft zijn eigen ideale luchtvochtigheidsgraad. Voor leder streven we naar een waarde van 55%. Als de lucht te droog is, krimpt het leder en trekt het op de vasthechtingen. Is het te vochtig, dan zal het leer net uitzetten waardoor alles wat te los komt te zitten met een oneffen oppervlak tot gevolg.

Om de 55% luchtvochtigheid te garanderen, staat er een bevochtiger. Die haalt vocht uit de lucht of voegt vocht toe, afhankelijk van wat er nodig is. Een sensor, die aangesloten is op het wifi-netwerk, houdt de luchtvochtigheid 24/24 in de gaten. Zo zorgen we ervoor dat het lederbehang ook voor toekomstige generaties een streling voor het oog blijft.