Deze pagina is niet beschikbaar in het Frans. U kan deze pagina vertalen met Google Translate.

Een korte geschiedenis van de stedelijke begraafplaats in Ieper

Het Yper Museum bezit een uitgelezen collectie porseleinkaarten. Dit soort lithografische drukwerken waren bijzonder populair in het jonge België van Leopold I. Voor het vervaardigen van porseleinkaarten werd karton bestreken met een mengsel van kaolien en loodwit waardoor het een karakteristieke witte glans en textuur verkreeg. Een van die porseleinkaarten, van de hand van Engel Van Eeckhout, toont allicht het oudste gezicht op de Ieperse stedelijke begraafplaats.

Allicht de oudste afbeelding van de Stedelijke begraafplaats van Ieper: een porseleinkaart van Engel Van Eeckhout, ca 1855 (Yper Museum)

De stedelijke begraafplaats van Ieper is een van de oudste van het land en kent een bewogen geschiedenis. In het ancien régime werd er traditioneel in de kerken en op de kerkhoven begraven. Op last van keizer Jozef II moesten er vanaf 1784 begraafplaatsen aangelegd worden buiten de stad, open voor alle gezindten en ommuurd of met een haag. Het duurde echter een tijdje vooraleer deze regel overal ingevoerd raakte. In onze provincie zijn de oudste begraafplaatsen die van Brugge (1784), Ieper (1791), Izegem (1806) en Roeselare (1821). De Ieperse stedelijke begraafplaats is allicht de vierde oudste van Vlaanderen, na Brugge en Gent (1784) en Mechelen (1785).

De eerste begrafenis op die nieuwe Ieperse stedelijke begraafplaats langs de Zonnebeekse weg vond plaats op 3 mei 1791 en gaf aanleiding tot onlusten. Het ging om een kloosterzuster die aanvankelijk werd begraven op het kerkhof van de Sint-Niklaaskerk en daar op last van de baljuw werd ontgraven om overgebracht te worden naar de stedelijke begraafplaats. Dat er van onderuit nogal wat verzet was voor de nieuwe maatregel, wordt aangetoond door het groot machtsvertoon die de overheid tentoon spreidde, met onder meer kanonnen die op de markt werden opgesteld.

De meeste oude begraafplaatsen, ook die van Ieper, kregen een typische aanleg met een centrale oprijlaan die leidde naar een calvarie of hoog kruis. Langs die centrale laan en rond de calvarie kwamen de belangrijkste (tevens de grootste) grafmonumenten. Op de prent van de Ieperse lithograaf Engel Van Eeckhout uit ca 1855 is dit duidelijk te zien.

Omstreeks de tijd dat Engel Van Eeckhout actief was, moet er op de begraafplaats een groot kruis in smeedijzer gestaan hebben. Dit kunstwerk kreeg zelfs internationale aandacht want in het gezaghebbende Franse tijdschrift Le Moniteur des Architectes verscheen hiervan een afbeelding.

       

Groot kruis in smeedijzer dat eertijds op de stedelijke begraafplaat van Ieper stond. Illustratie uit Le Moniteur des architectes, jg. 46, plaat 551, ca. 1850.(Yper Museum). Het is waarschijnlijk dit kruis dat in een lichtjes andere vorm ook te zien is op een tekening van Désiré Böhm uit het Merghelynck Museum.

Lithograaf Engel Van Eeckhout zou na zijn dood ook op de begraafplaats bijgezet worden. Zijn graf bestaat nog, maar toont duidelijke de sporen van de Eerste Wereldoorlog.

In de Eerste Wereldoorlog was de Stedelijke begraafplaats van geen militair belang: er konden immers geen militaire installaties staan, geen troepentransporten door passeren en geen militairen ingekwartierd worden. Hoewel gelegen in het oosten van de stad en dus dichter bij de frontlijn, werd het relatief minder beschoten. Daardoor hebben nogal wat graftekens de Eerste Wereldoorlog in mindere of meerdere mate overleefd. In zekere zin is het nog een stukje authentiek vooroorlogs Ieper.

 
Robert Antony: politiecommissaris Vandenbraambussche inspecteert de oorlogsschade op de stedelijke begraafplaats van Ieper, 22 april 1915. (IFFM) Het grote grafteken met afgebroken zuil (graf van Eric Bouckenaere) is nog steeds opvallend aanwezig op de begraafplaats vandaag. Rechts hetzelfde graf vandaag

Zichtbare oorlogsschade

Na de Eerste Wereldoorlog kwam er een omheiningsmuur (1922) en een schuilhokje (1929) naar ontwerp van stadsarchitect Jules Coomans. Een merkwaardig element aan het calvariekruis was het feit dat er zich tijdens de oorlog een obus had ingeboord die nog vele decennia zichtbaar bleef tot dit kruis vervangen werd.

Het vroegere calvariekruis van de Stedelijke Begraafplaats van Ieper dat de Eerste Wereldoorlog overleefd had. Achter de Christusfiguur heeft zich een obus ingeboord. Foto door Rose Coombs uit 1967; (IFFM)